Uitgebreide omgevingsvergunning
Als een initiatief niet past in het omgevingsplan, dan is een omgevingsvergunning nodig voor het afwijken van dat omgevingsplan: de zogenaamde buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). De BOPA kan alleen worden toegepast als een initiatief voldoende concreet is en als er geen noodzaak is om het omgevingsplan aan te passen (bijv. er zijn geen regels noodzakelijk buiten de projectlocatie).
De BOPA kan worden aangevraagd bij de gemeente. In de volgende gevallen is de uitgebreide procedure (par. 16.5.3 Omgevingswet) op basis van afdeling 3.4 Awb van toepassing:
- bij internationaalrechtelijke en Europese verplichtingen
- bij zware milieubelastende activiteiten
- bij mer-plichtige activiteiten
- op verzoek of met instemming van de aanvrager
- als de gemeente deze van toepassing verklaard (kan alleen bij activiteiten die aanzienlijke milieugevolgen hebben en waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenken zullen hebben)
Voorbereiding
De voorbereiding begint met het opstellen van een bouwplan voor het initiatief. De vergunningaanvraag dient vergezeld te zijn van een motivering, waarin wordt onderbouwd dat het initiatief niet in strijd is met een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Om dit te motiveren zijn vaak nadere (milieu)onderzoeken nodig. Het opstellen van een motivering en het uitvoeren van de onderzoeken zijn specialistische opgaven die vragen om kennis van het omgevingsrecht. Ook dient een GML van het besluitgebied te worden opgesteld volgens de daarvoor geldende wettelijke vereisten (STOP / TPOD). In sommige gevallen is het verplicht om participatie toe te passen voordat de aanvraag wordt ingediend.
Procedure 1
De formele procedure start met het indienen van de vergunningaanvraag met bijbehorende stukken (bouwplan, motivering met bijbehorende onderzoeken, participatiestukken e.d.) bij het college van de gemeente. De gemeente zal een kennisgeving over de aanvraag in het Gemeenteblad plaatsen. De aanvraag wordt beoordeeld op volledigheid en juistheid van gegevens. Ook wordt de aanvraag mogelijk doorgezonden naar de gemeenteraad. De gemeenteraad moet in sommige gevallen bij het verlenen van de vergunning een (bindend) advies aan het college geven over de verlening van de vergunning. De gemeente sluit met de initiatiefnemer meestal een anterieure overeenkomst vanwege kostenverhaal. Vervolgens wordt het ontwerpbesluit opgesteld.
Ter inzage tijdens procedure
Het ontwerpbesluit met alle onderliggende stukken (vergunningaanvraag, bouwplan, motivering e.d.) worden 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze 6 weken kan een ieder zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit. Voorafgaand aan de terinzagelegging geeft de gemeente in ieder geval in het Gemeenteblad kennis van het ontwerpbesluit. In de kennisgeving wordt vermeld: waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen, wie in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen naar voren te brengen en op welke wijze dit kan geschieden.
Procedure 2
De eventueel ingebrachte zienswijzen worden beoordeeld en verwerkt in één verslag / nota. Vervolgens wordt het definitieve besluit tot verlening van de omgevingsvergunning genomen. Dit dient in principe te geschieden binnen 6 maanden na indiening van de aanvraag; deze termijn kan eenmaal met 8 weken worden verlengd. De gemeenteraad dient bij verlening van de vergunning een positief advies te hebben gegeven.
Publicatie
Het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning wordt vervolgens aan de initiatiefnemer toegezonden. De kennisgeving wordt binnen 2 weken gepubliceerd in het Gemeenteblad en in het Omgevingsloket, onderdeel Regels op de Kaart.
Ter inzage (tijdens beroep 1)
Het besluit met alle onderliggende stukken (vergunningaanvraag, bouwplan, motivering e.d.) worden 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze 6 weken kunnen belanghebbenden beroep indienen tegen het besluit. Voorafgaand aan de terinzagelegging geeft de gemeente in het Gemeenteblad kennis van het besluit.
Beroep
Tegen het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Het beroep tegen de verleende omgevingsvergunning is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Afdeling 8). Voor de beslissingstermijn is geen wettelijke termijnstelling (gebruikelijk is circa 1 jaar).
Ter inzage (tijdens beroep 2)
In de (schriftelijke) uitspraak wordt onder andere aangegeven door wie, binnen welke termijn en bij welke administratieve rechter welke rechtsmiddelen kunnen worden aangewend (8:77, lid 1.f en 6:24 Awb). De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 6 weken (artikel 6:7 Awb).
Hoger beroep
Tegen de uitspraak van de rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) (artikel 47, lid 1 Wet op de Raad van State).